Tegen eind 2023 heeft elk van onze productiesites een biodiversiteitsactieplan. Maar hoe meet je de effecten van onze inspanningen op vlak van biodiversiteit? Eén manier om daar een zicht op te krijgen is de monitoring van soorten.

Tegen eind 2023 heeft elk van onze productiesites een biodiversiteitsactieplan. Maar hoe meet je de effecten van onze inspanningen op vlak van biodiversiteit? Eén manier om daar een zicht op te krijgen is de monitoring van soorten.
Tegen eind 2023 heeft elk van onze productiesites een biodiversiteitsactieplan. We leggen onder meer poelen aan, planten bomen en hagen, passen het maaibeheer aan om kruidenrijke graslanden te bekomen en plaatsen nestkasten en insectenhotels. Dit alles met het oog op een verhoogde biodiversiteit, dus meer soorten dieren en planten, en liefst ook meer exemplaren van deze soorten. Op die manier worden populaties robuuster en meer bestandtegen de klimatologische grillen die we steeds meer beleven.
Maar hoe meet je de effecten van onze inspanningen op vlak van biodiversiteit? Eén manier om daar een zicht op te krijgen is de monitoring van soorten; letterlijk tellen hoeveel exemplaren je van elke soort gezien hebt. Er bestaan veel verschillende manieren om dit te doen, gaande van het ophangen van vleermuisdetectoren en wildcamera’s, over het inventariseren van de fauna op vierkantemeterhokken, tot het tellen van bepaalde doelsoorten of soortengroepen.
Soorten tellen
Bij Wienerberger kozen we ervoor om alvast van start te gaan met een monitoring door onze mensen zelf, de biodiversiteitsambassadeurs. Op elke site doen we een oproep wie zich hiervoor kandidaat wil stellen, en deze mensen gaan volgens het principe van de burgerwetenschap driemaal per jaar (in april, juni en september) letterlijk beestjes tellen. Na een korte opleiding in het herkennen van soorten door experts in het vakgebied volgen ze in een paar uren een vastgelegde route waarbij ze elke observatie van een vlinder, hommel, zweefvlieg, bij of vogel noteren. Als het kan op soortniveau, als dat niet lukt op soortengroepniveau. De resultaten geven een beeld van wat er leeft en zweeft op onze sites, en op den duur ook welke soorten het beter of minder goed doen. Deze gegevens kunnen ons helpen om het beheer van onze groene zones bij te sturen. De eerste monitoringsronde gebeurde in september 2022 door de ambassadeurs van Aalbeke. Intussen wordt er verder uitgerold naar de andere sites.
Dynamiek op gang brengen
Maar wat misschien nog beter is: niet voor niets krijgen ze de titel ambassadeur. Door onze mensen op vrijwillige basis te betrekken in ons biodiversiteitsverhaal, kunnen ze dit ook gaan vertellen aan collega’s, vrienden of familie, en komt er een nog grotere dynamiek op gang. En dat is meer dan ooit nodig, want de druk op de soorten waarmee we samenleven was nooit groter dan vandaag. Wienerberger wil dan ook maar wat graag helpen om het tij te keren.
Registreer en we houden u op de hoogte van de laatste nieuwtjes en bijkomend advies.