Deze landduin werd over de volledige oppervlakte geënt met heidemaaisel om verder te ontwikkelen tot een heidehabitat waar soorten zoals levendbarende hagedis, tengere pantserjuffer en heidesabelsprinkhaan hun plek zullen vinden. Tussen de beide landduinen werd een poel gegraven om soorten zoals poelkikker en vinpootsalamander de nodige kansen te bieden (foto 2 onderaan).
Periodiek beheer door schapen
Periodiek beheer van beide landduinen gebeurt door een kudde schapen, hetgeen voor meer variatie en structuur zorgt (foto 3 onderaan). Zowel de inrichting van het gebied als het beheer ervan draagt bij tot het bekomen van een hogere biodiversiteit.
Bijkomende grondwal
In de nabije toekomst plant Wienerberger Beerse een bijkomende grondwal van ca. 3.000 m² ten oosten van beide landduinen, op de grens industrie-natuur. Op die manier ontstaat een waardevol aaneengesloten natuurgebied van maar liefst 2 ha, dat zal worden beheerd in functie van Europese natuurdoelen.