Bijenhotel
De grondwal is pleksgewijs beplant, waardoor hier en daar bosjes ontstaan. Een groot deel van de wal is echter aangelegd als kruidenrijk grasland. De wilde bloemen trekken heel wat insecten aan; naast tal van dagvlinders, zoals de Koninginnenpage, het Icarusblauwtje en het Landkaartje, ook heel wat wilde bijen. Om hen nog meer kansen te geven, plaatste Wienerberger een uit de kluiten gewassen bijenhotel op de grondwal. Vanaf de plaatsing in het voorjaar van 2020 was hier veel gezoem van solitaire bijen te horen, we telden maar liefst 21 verschillende soorten wilde bijen en hommels! Die zorgen op hun beurt voor de bestuiving van de planten, waardoor die weer meer verspreidingskansen hebben. En hoe meer verschillende bijensoorten er zijn, hoe groter de kans op bestuiving, dus hoe robuuster het ecosysteem.
Valkenkast
Boven het Zouwdal zien we regelmatig een torenvalk op jacht, “biddend” in de lucht hangen. Om de soort nog meer kansen te geven, plaatsten we een valkenkast aan de voet van de grondwal. Hopelijk zien we binnenkort de eerste Zouwdalvalken boven het gebied jagen!
Picknicktafel
Niet alleen de natuur heeft baat bij de grondwal, we vinden het ook belangrijk dat onze werknemers kunnen genieten van een rustmoment in een groene zone. Daarom integreerden we onze picknickbanken in het groen van de grondwal, zodat ook onze mensen biodiversiteit kunnen beleven.
Beheer
Om de biodiversiteit zo hoog mogelijk te krijgen, en dus zoveel mogelijk plant- en diersoorten kansen te geven, is een doordacht ecologisch beheer essentieel. Bovendien kan de grondwal niet los gezien worden van de nabijgelegen Zouwdalcorridor, die Wienerberger samen met de Leembank een aantal jaren geleden inrichtte en aanplantte, en die de natuurwaarden op de oevers van het Albertkanaal met die van de Grensmaas in Nederland verbindt. Daarom werd er met de partners (gemeente Lanaken en Maastricht, en provincies Belgisch en Nederlands Limburg) gekozen om een éénvormig, grensoverschrijdend beheer toe te passen. Het beheer van de graslanden is gericht op de verschraling van de bodems, zodat wilde bloemen en kruiden de overhand krijgen. Dit kan door er een paar keer per jaar schapen op te laten grazen, of ook door een maaibeheer toe te passen, waarbij 2 tot 3 keer per jaar gemaaid wordt. De boszones ontwikkelen spontaan verder, terwijl de bosranden een hakhoutbeheer krijgen. Resultaat: een heel gevarieerd landschap, geschikt voor insecten en vlinders, maar ook voor akkervogels, vleermuizen, levendbarende hagedis en zelfs de das.
Het project werd mede mogelijk gemaakt met fondsen van het Interreg-project 2BConnect.